Met elke minuut die verstreek, begon Tanners hoop te vervagen. De boot was weg, er was geen teken van, geen spoor van zijn vrienden. Dit besef woog zwaar op hem en vertraagde zijn passen tot hij uiteindelijk tot stilstand kwam en naar de bevroren woestenij staarde.
Hij was alleen, echt alleen, op een van de meest onherbergzame plekken op aarde. Maar net toen de wanhoop dreigde toe te slaan, merkte Tanner iets op – een vage, onnatuurlijke vorm tegen het wit. Hij kneep zijn ogen dicht en kon nog net een vierkantig gebouw in de verte zien.