Opluchting overspoelde Tanner als een golf, zijn knieën knikten bijna toen hij zijn adem uitblies waarvan hij niet wist dat hij hem vasthield. Iqaluks ogen vulden zich weer met tranen, maar deze keer waren het tranen van vreugde, van overweldigende opluchting. Het was ze gelukt. Ze zouden gered worden!
De twee mannen brachten de nacht door in de kelder, met het ijsbeerwelpje tussen hen in voor de warmte. Ze spraken zachtjes en deelden verhalen, hun woorden boden troost tegen de kou die door de muren sijpelde.