Vissers naderen een ijsberg om een gestrand dier te redden – maar wat ze ontdekken is veel angstaanjagender

Met een scherpe zucht liet hij de verrekijker zakken en wendde zich tot de anderen, zijn stem gekleurd door ongeloof. “Het is een ijsbeer welp… gestrand op het ijs.” De drie mannen stonden verbijsterd stil, hun ogen gericht op de kleine, bibberende vorm van de ijsbeerwelp.

De aanblik van het hulpeloze dier, zo klein en fragiel tegen de enorme uitgestrektheid van het ijs, maakte iets in hen wakker – een drang om te helpen, om dit onschuldige leven te redden van een wreed lot. “We kunnen het daar niet gewoon achterlaten,” zei Jacob, zijn stem dik van emotie.