Voordat Lena kon reageren, duwde Jess haar terug het gangpad op. “Ik ga met je mee,” zei ze geruststellend. Lena was dankbaar voor de steun, want ze had geen idee wat ze moest doen. Met een nerveuze glimlach hurkte ze naast de mysterieuze passagier.
Ze staarde naar zijn gezicht en probeerde woorden te vinden, maar er kwam geen geluid uit. Ze kon alleen maar staren naar de man die het gezicht van haar dode man droeg. “Kan ik u helpen?” zei hij uiteindelijk na een ongemakkelijk lange stilte.