Overstromingen verzwolgen hun huis, maar er dreef ook iets angstaanjagends mee.

Aditya had een idee. Hij klom op het dak en demonteerde een oude regenpijp die hij schuin omhoog hield om de stortbui op te vangen. Toen de pijp vers regenwater begon te sijpelen, voelde hij een kleine golf van hoop. Het was niet veel, maar het was iets. Ze konden dit drinken, tenminste voor nu.

Maar de storm leek niet op te houden. De regen bleef maar aanhouden en Aditya’s grootvader begon achteruit te gaan. Zijn koorts werd erger en hij bracht de meeste tijd door met rillen onder de dunne dekens die ze hadden gered of met in zichzelf mompelen.