Overstromingen verzwolgen hun huis, maar er dreef ook iets angstaanjagends mee.

Hij wist dat de slang niet ver kon komen – zijn enorme maag maakte dat onmogelijk – maar de gedachte dat hij uit het water zou oprijzen, met zijn enorme kop boven aan de trap, vervulde hem met een diep gevoel van angst. Hij kon zijn ogen niet van de trap afhouden.

Aditya zakte neer op de vloer en voelde de koele tegels onder zijn benen terwijl hij met zijn rug tegen de muur rustte. De uren duurden voort en nu er in het huis bijna geen eten meer was, was hij geobsedeerd door de kleinste details.