Na wat aanvoelde als uren werk, slaagden ze erin om alles wat belangrijk was naar de bovenverdieping te brengen. Uitgeput maar opgelucht gingen ze zitten voor het avondeten. Aditya’s grootvader had het eten eerder klaargemaakt en ze aten in stilte, het geluid van de zware regen die op het dak dreunde een constante herinnering aan de storm.
Het flikkerende kaarslicht wierp lange schaduwen op de muren terwijl Aditya en zijn grootvader hun maaltijd afwerkten. Ondanks het stijgende water gunden ze zichzelf een kort moment van opluchting, in de hoop dat het water zich tegen de ochtend zou hebben teruggetrokken. Ze hadden een uitstel nodig, gewoon een beetje goed nieuws om er doorheen te komen. Maar de storm had andere plannen.