Overstromingen verzwolgen hun huis, maar er dreef ook iets angstaanjagends mee.

Wakker liggend voelde Aditya het gewicht van de uitputting op zich drukken, maar er was geen manier om de kakofonie buiten te sluiten. De storm, het rammelende dak en de eindeloze alarmen gaven het gevoel alsof de nacht zelf tegen hen was. Telkens als het geluid leek af te nemen, ging er een nieuw alarm af, dat hem uit de korte momenten rukte waarop hij dacht te kunnen wegdromen.

Het was een lange, slapeloze nacht. Het water bleef het huis binnenstromen en kroop dichter naar de plek waar ze zich hadden teruggetrokken. De drukkende lucht was dik van de vochtigheid en het huis zelf kreunde onder het gewicht van het water. De minuten duurden uren en tegen de tijd dat de lucht begon op te lichten, had Aditya geen oog meer dichtgedaan.