Naarmate ze dieper in het dagboek dook, merkte Samantha een toenemend aantal schetsen op van beren in verschillende staten van rust en activiteit. De aantekeningen in het dagboek concentreerden zich steeds meer op deze ontmoetingen en noteerden nauwgezet het gedrag en de patronen van de beren en de stille grootsheid van hun bestaan in het bos.
Een bepaalde passage viel op, waarin de reiziger zijn bewondering uitsprak voor de zwarte beren en hen beschreef als wezens met een ongeëvenaarde majesteit. Hij beschreef ze als wezens met een ongekende majesteit. Uit zijn woorden sprak een diepe verbondenheid met deze dieren en hij beschreef uren van stille observatie, gefascineerd door hun natuurlijke gratie en kracht.