Toen ze dieper het bos in doken, kwamen Samantha en de beer een open plek tegen die niet op zijn plaats leek in de natuurlijke harmonie van het bos. Hier vonden ze een aantal grote kooien die onheilspellend bij elkaar stonden, een direct teken van menselijke inmenging en een duidelijke indicatie van het gevaar dat voor hen lag.
De aanblik van de kooien, verlaten en open, vertelde een verhaal van recente onrust. De krassen die hun binnenkant markeerden, spraken van een wanhopige strijd voor vrijheid. Een kleinere kooi, waarvan de deur op een kier stond en beschadigd was, duidde op een meer persoonlijk belang bij deze missie – de mogelijke ontsnapping van het berenwelpje waarnaar ze zo wanhopig op zoek waren.