Samen gingen ze verder, hun gezamenlijke missie die de communicatiekloof tussen mens en dier overbrugde. Elke aanwijzing – geknipte takjes, verse afdrukken – deed hun hoop weer opleven. Avery en de eland liepen steeds sneller, elke stap gedreven door hun gezamenlijke doel.
Hun vastberadenheid duwde hen verder door het bos. Uiteindelijk maakte het dichte gebladerte plaats voor een vreemde open plek. Toen Avery om zich heen keek, zag ze overal grote kooien. Een ervan was open en vertoonde tekenen van een recente worsteling, wat erop duidde dat de eland misschien ontsnapt was.