Het besef kwam bij Avery als een vloedgolf: ze was gered. De eland had haar beschermd en nu, meer dan ooit, voelde ze een felle vastberadenheid in haar opkomen. Ze wist dat ze het gevangen dier moest redden, niet alleen voor de eland, maar ook voor zichzelf, om te bewijzen dat ze zelfs in de donkerste momenten sterk kon zijn.
De band tussen hen was meer dan overleven; het was elkaar steunen in vreemde uitdagende tijden. Toen Avery de val onderzocht, besefte ze hoe ingewikkeld hij was. Het was niet zomaar een net, maar een zorgvuldig gemaakte strik die bedoeld was om deze majestueuze wezens te vangen.