Avery verzamelde haar moed en naderde langzaam het gevangen dier met een kniptang in haar hand, haar hart bonkend onder de intense blik van de volwassen eland. De lucht om hen heen was vol spanning, een stille impasse waarin mens en dier elkaars bedoelingen zorgvuldig beoordeelden, beiden op hun hoede maar gedreven door instinct.
Avery bewoog zich met weloverwogen voorzichtigheid, elke stap een zorgvuldige balans tussen het respecteren van de beschermende instincten van de eland en haar eigen vastberadenheid om het dier te helpen. Ze werkte voorzichtig, met vaste handen terwijl ze door het gaas heen knipte, en voelde een rustige band ontstaan tussen haar en het gevangen dier.