Dit onverwachte gebaar voelde als een stille boodschap over de scheidslijn tussen de soorten. De eland liep zachtjes, alsof hij iets diepzinnigs met Avery wilde delen zonder ook maar één woord te zeggen.
Avery stond verstijfd, gevangen in een moment dat aanvoelde als iets uit een fantasieverhaal. Haar lezershart kon zich niet onttrekken aan de nuances van deze handeling en de smeekbede van het wezen negeren. Avery’s angst smolt weg en werd vervangen door een vreemd gevoel van plicht.