Hij legde het voorzichtig op de passagiersstoel voordat hij achter het stuur kroop. Zijn vingers, stijf van de kou, probeerden de motor te starten. De eerste keer dat hij de sleutel omdraaide, klonk er slechts een traag gejank, de kou verstikte het leven uit de accu.
Hij hield zijn adem in en probeerde het opnieuw. De motor kwam schoorvoetend tot leven, trilde en bromde onrustig. Koude lucht stroomde uit de ventilatieopeningen, waardoor hij het nog kouder kreeg totdat de verwarming begon te sputteren en aansloeg.