Als hij ongewapend naar buiten zou gaan, zou hij misschien niet de enige zijn die zou onderzoeken wat er daar in de sneeuw lag. Met die gedachte draaide hij zich weg van het raam en pakte de hamer die hij onder het aanrecht bewaarde. Het was niet veel, maar hij was stevig en zwaar genoeg om alles af te weren dat te dichtbij kwam.
Hij controleerde de sloten dubbel voordat hij zijn dikste jas en sjaal aantrok en haalde diep adem. De storm werd erger, maar hij kon de knoop in zijn maag die hem vertelde dat er iets niet klopte niet negeren.