Jeremy legde het berenjong voorzichtig bij de open haard en wikkelde het stevig in een dikke deken. De warmte van het vuur vulde de kamer, maar het leek weinig te doen voor de beer, wiens ademhaling moeizaam en oppervlakkig bleef.
Jeremy keek hulpeloos toe hoe de toestand van het berenjong steeds verder verslechterde, de ogen die eens zo alert waren waren nu nauwelijks open, flikkerend met de zwakste tekenen van leven. De angst om het dier te verliezen greep hem aan, de gedachte dat het zou sterven nadat het dapper de puppy’s had beschermd was ondraaglijk.