Uitgeput van de nachtelijke beproeving ging Jeremy eindelijk naar huis. De warmte van zijn bed, waar hij al sinds de avond naar verlangde, bood nu een uitstel van de kou en de zorgen die hem in hun greep hielden. Hij viel in slaap zodra hij het kussen raakte.
Toen Jeremy de volgende ochtend wakker werd, dacht hij als eerste aan het berenjong en de puppies. Hij kleedde zich snel aan, benieuwd hoe het met ze ging. De wegen, hoewel nog steeds bedekt met sneeuw, waren nu veel veiliger, de stormwoede was nu een verre herinnering.