Hij staarde uit het raam en zag hoe de eerste sneeuwvlokken begonnen te vallen, eerst licht, maar in een gestaag, weloverwogen tempo. Zijn hart zakte weg bij het zien. Hij wist dat de storm alleen maar erger zou worden en dat de babybeer geen schijn van kans zou maken in de bittere kou.
De gedachte dat het jong zou bevriezen, knaagde aan hem en verstrakte de knoop van angst in zijn borst. Hij kon het niet zomaar laten gebeuren. Vanuit de woonkamer hield hij het jong nauwlettend in de gaten, in de hoop dat zijn moeder snel zou verschijnen en het in veiligheid zou brengen.