Een boer ging het bos in voor brandhout, maar hij vond iets ijzingwekkends in een ijskast.

Wat hij zag deed hem stilstaan. In het midden van de open plek lag een blok ijs, dik en helder als glas. Het stond rechtop, alsof de natuur het daar met opzet had neergezet, een stil monument in de sneeuw.

Binnenin het ijs zat een schimmige figuur – een wezen wiens vorm verborgen was door de vorst die zich aan de binnenkant vasthield. Henry kon ledematen zien, misschien een hoofd, maar de details waren verloren gegaan door de troebele, vervormde rijp.