De schimmige figuur was er nog steeds, onbeweeglijk, maar zijn vorm leek iets te verschuiven in het dimmende licht. Was het zijn verbeelding? Hij schudde zijn hoofd en probeerde het sluipende onbehagen van zich af te schudden.
Toen hij bij de hut aankwam, manoeuvreerde hij de slee naar het achterportaal, waar hij het ijsblok kon uitladen zonder dat het aan de elementen werd blootgesteld. Met een koevoet bracht hij het ijs voorzichtig op zijn plaats tegen een versterkte houten plank.