Voor Henry was de lodge niet alleen een thuis, het was een toevluchtsoord, een plek waar hij vrede kon hebben met zichzelf en de wereld. Zijn dagen draaiden om het verzorgen van het land en de kleine kudde dieren die hij als gezelschap hield.
Deze ochtend leek de kou scherper en sneed als een mes door de lucht. Vorst kleefde aan de ramen en creëerde ingewikkelde patronen die glinsterden in het bleke licht van de dageraad. Henry zat aan de keukentafel, dronk zijn koffie en keek uit over het besneeuwde landschap.