Een boer ging het bos in voor brandhout, maar hij vond iets ijzingwekkends in een ijskast.

Het bos begroette hem in zijn gebruikelijke stilte, met als enige geluiden het kraken van de sneeuw onder zijn voeten en af en toe het geritsel van een eekhoorn die door de bomen kroop. Terwijl hij op weg ging naar zijn favoriete plek om te hakken, dacht Henry aan de verhalen die zijn oma altijd vertelde.

Over het bos en de verschillende dieren die het land beschermden. Hoewel hij niet geloofde dat dieren iets dergelijks deden, deed de spookachtige stilte van het bos hem soms toch nadenken. Terwijl Henry zijn bijl in een omgevallen boomstam sloeg, viel hem iets ongewoons op.