Jason wierp een scherpe, kritische blik op de man naast hem. Hoewel hij beter wist dan te oordelen, schreeuwde zijn goed getrainde militaire instinct dat er iets niet klopte aan deze vreemdeling die bij de deur van cabine 4C stond.
Jason kon het niet laten en vroeg: “Hallo, logeert u hiernaast?” De man spande zich aan, zijn lichaamstaal verraadde een moment van aarzeling voordat hij een norse “Ja” mompelde Zijn woorden waren afgezaagd, zijn dikke accent onmiskenbaar, en in een flits draaide hij zich om en haastte zich weg.
Jason realiseerde zich dat deze man geen medepassagier was. Hij was van hier. Maar wat deed hij in cabine 4C? Jasons instincten dwongen hem te volgen, maar hij bedwong die drang. Misschien denk ik te veel na, dacht hij, terwijl hij naar het café liep.