Jasons instincten sloegen toe. Het uiterlijk van de man, een kakibroek, een effen T-shirt, kwam overeen met de vreemdeling die hij buiten kamer 4C had ontmoet. Zijn gedachten begonnen fragmenten samen te voegen: de boten van gisteravond, de vreemde buurman, de vermiste armband van de vrouw en nu deze man die met te veel interesse naar een laptop keek.
Een groeiend besef maakte zich van hem meester. Wat als dit geen op zichzelf staande incidenten waren? Wat als de boten die hij in het maanlicht had gezien geen vissers of nieuwsgierige inwoners waren? Een verontrustender gedachte nam vorm aan: ze konden deel uitmaken van een gecoördineerd plan, een bende dieven die in het donker aan boord van het schip waren gekomen.