De irritatie van de kapitein vervaagde en werd vervangen door een blik van lichte verontrusting. Hij stak een verzachtende hand op. “Mevrouw, misschien is het gewoon verkeerd opgeborgen. Heeft u uw kamer grondig gecontroleerd? Kostbaarheden zijn vaak…”
De vrouw onderbrak hem met een woedende blik. “Ik ben een VIP passagier! Die armband is een familiestuk en ik verwacht dat u dit serieus neemt. Ik ben hem niet kwijtgeraakt, hij is gestolen en ik wil dat u hem vindt!” Haar stem, trillend van woede, vulde de kleine kamer.