Wat haar verdriet nog groter maakte, waren de beschuldigende ogen van de stad die hen tijdens de begrafenis onder de loep namen. De dorpelingen hadden medelijden met de tweeling en geloofden dat ze nu opgescheept zaten met een slechte stiefmoeder, de zogenaamde goudzoeker. Julia kon het gefluister horen en werd er woedend van. Waarom moesten de stedelingen zo’n bemoeial zijn? Konden ze zich niet met hun eigen zaken bemoeien?
Het voorlezen van het testament van Harold gooide nog meer roet in het eten. Harold had zijn hele landgoed aan Anna nagelaten. De onthulling bracht de stad in rep en roer. Anna, nog bekomen van de schok van Harolds dood, bevond zich in het middelpunt van een wervelwind van beschuldigingen en haar wereld stond opnieuw op zijn kop.