Pauls hart bonsde toen hij tussen het dichte gebladerte van het Afrikaanse regenwoud hurkte. De torenhoge bomen vormden een labyrint van groen en hun schaduwen strekten zich onheilspellend uit. Zijn camera was gericht op een troep apen die sierlijk tussen de takken door sprongen, hun snelle bewegingen waren fascinerend. Toch was er een vreemde stilte ingeslopen.
Pauls hartslag versnelde toen hij zich ongemakkelijk voelde. Er was iets mis. De symfonie van het regenwoud – tsjilpende insecten, ritselende bladeren, vogelgeluiden in de verte – was vervaagd tot stilte. Zijn instincten prikkelden en drongen er bij hem op aan om alert te blijven. Maar hij bleef op de apen gericht, zich niet bewust van het gevaar dat achter hem kroop.
Toen gebeurde het: een vage verschuiving in het struikgewas, vlak achter hem. Paul bevroor, zijn nekharen stonden recht overeind. Langzaam draaide hij zijn hoofd en daar was ze: een vrouwelijke gorilla, een paar meter van hem vandaan. Haar enorme gestalte doemde boven hem op, haar donkere ogen gericht op de zijne. Paul kon alleen maar een gil inhouden toen zijn dag een plotselinge wending nam!