De sfeer in het regenwoud leek te verschuiven en werd gespannen en zwaar, alsof de lucht zelf beladen was met verwachting. Paul trok dieper het weelderige bos in, zijn camera klaar voor wat er ook zou kunnen komen. Het dichte groen ritselde zachtjes, wat bijdroeg aan de spanning die hem omringde.
Met intense focus zat hij daar gehurkt en observeerde hij de troep apen die tussen de takken aan het spelen waren. Toen veranderde er abrupt iets. De apen verspreidden zich en verdwenen krijsend in het gebladerte. Waar waren ze gebleven? Waarom sloegen ze op de vlucht? Was er een onzichtbaar gevaar in de buurt dat Paul niet had opgemerkt?