In haar woonkamer legde de onderzoeker de foto’s en papieren neer. “Kijk maar,” zei hij, zijn stem fluisterend. Matilda scande het bewijsmateriaal, een sluwe glimlach kroop over haar gezicht. “Oh, dit zal mooi zijn,” mompelde ze, terwijl ze de sensatie van gerechtigheid voelde.
Elke foto was een herinnering aan Vincents verraad, maar haar pijn werd nu vervangen door woede. Ze ging met haar vinger over één foto en haar glimlach werd breder. “Je hebt het nu echt gedaan, Vincent,” fluisterde ze tegen zichzelf, een vonk van wraakzuchtig genot flikkerend in haar ogen.