Terwijl Matilda’s tegenwerping in de lucht hing, kraakten de zware houten deuren van de kerk open. Een lange, beheerste vrouw stapte naar binnen en hield de hand van een jong meisje vast. Haar gezicht stond strak van woede en ongeloof en haar ogen keken Vincent kil aan.
“Ik ben Elaine,” kondigde de vrouw luid aan, haar stem stabiel maar vol emotie. “Vincents vrouw.” Een geroezemoes van schok golfde door de gasten. Elaine vervolgde: “We zijn twaalf jaar getrouwd en hebben samen een dochter.” Haar blik ging naar Melissa, die totaal verbijsterd keek.