Elaine’s volgende woorden klonken met koude vastberadenheid. “Ik vraag de scheiding aan en ik neem de helft van alles wat je bezit. Je zult boeten voor wat je gedaan hebt, Vincent.” Het publiek mompelde geschokt, geschokt door het drama dat zich ontvouwde. Vincents gezicht vertrok, paniek was duidelijk in zijn ogen te zien.
Snikken gierden door de kerk, een golf van ongeloof overspoelde de verzamelde gasten. De priester, die bij het altaar stond, keek verbijsterd, zijn handen bevroren midden in de zegening. Dit was niet de geheiligde verbintenis die hij had verwacht.