Haar enige goede lid van de kerk was Victor. Helen en Victor ontmoetten elkaar tijdens een kerstdiner. Victor was een gepensioneerde politieagent die de kerk vaak bezocht. Helen en Victor werden goede vrienden naarmate de jaren verstreken.
Ze kookten samen en leerden kinderen op zondag gezangen. Op een dag belde Victor Helen. Zijn stem trilde van ongewone droefheid. Bezorgd vroeg ze: “Victor, wat is er?”