Maar waar kon ze beginnen? Wat kon ze doen en zou iemand haar geloven? Sandra staarde de vrouw aan en probeerde te bedenken hoe ze het beste met de situatie om kon gaan. “Wat is er aan de hand, Sandra?” vroeg een collega plotseling. Het was bijna alsof ze Sandra’s gedachten kon lezen. “Je lijkt een beetje afwezig vandaag,” merkte ze op, waardoor Sandra verrast werd.
Met een zware zucht gaf Sandra toe: “Er is iets dat ik moet delen.” Ze legde haar zorgen uit aan Charlotte, haar collega, en beschreef alles, van de ongewone handtekeningen die de vrouw maakte tot haar bange en verwarde houding, vooral als de man er niet was, en zelfs haar eigen verhaal van toen ze jong was en niemand haar hulpsignaal opmerkte.