De Hells Angels, een wereldwijd erkende motorclub, hebben een reputatie opgebouwd die het midden houdt tussen fascinatie en angst. Bekend om hun kenmerkende insignes, zwarte leren jassen en ronkende motoren, zijn de Angels synoniem geworden met rebellie, wetteloosheid en een fel gevoel van broederschap. Het is dan ook niet verwonderlijk dat nieuws over hun betrokkenheid bij schermutselingen, vooral met wetshandhavers, vaak het nieuws haalt en het beeld versterkt van een groep die buiten de normen van de samenleving opereert.
Maar temidden van de sensatie en beruchtheid bestaat er een complexe interne structuur die wordt geleid door een aantal regels waaraan elk lid zich moet houden. Deze regels, dertig in totaal, dienen als ruggengraat van de club en geven richting aan het gedrag en de interacties van de leden in zowel de openbare als de privé-sfeer. Van ernstige zaken als de omgang met wetshandhavers tot de schijnbaar alledaagse kneepjes van de clubetiquette, deze regels zijn heilig binnen de Hells Angels.