De Hells Angels, met hun blijvende mystiek en onmiskenbare insignes, staan als een testament voor de blijvende allure van rebellie en broederschap. Deze motorclub, die voortkwam uit de naoorlogse tegencultuur van de jaren 1940 en 1950, heeft zijn naam in de annalen van de Amerikaanse folklore gegrift en belichaamt de geest van vrijheid, onafhankelijkheid en het trotseren van de maatschappelijke normen. Van hun oorsprong in Californië tot hun wereldwijde bereik vandaag de dag, zijn de Angels uitgegroeid tot een iconisch symbool van de outlaw-cultuur, vereerd door sommigen en verguisd door anderen.
Centraal in de mythologie rond de Hells Angels staan hun confrontaties met de politie, die vaak escaleerden in gewelddadige confrontaties en sensationele mediaspektakels. Van het beruchte Hollister-oproer in 1947, vereeuwigd in de film “The Wild One”, tot het debacle met het gratis concert op de Altamont Speedway in 1969, waar een lid van de club op beruchte wijze een concertbezoeker doodstak, hebben de aanvaringen van de Angels met de autoriteiten hun status als bandieten alleen maar versterkt. Maar te midden van de chaos en de beruchtheid bestaat er een verborgen raamwerk van regels en voorschriften die elk aspect van het clubleven regelen.