Terwijl ze groenten hakte, verbrak een onbekend geluid de stilte. Brenda bevroor en probeerde te luisteren naar de bron van het geluid. Het klonk als het huilen van een baby. Haar hartslag versnelde. Een baby? Hier? Ze kon niet bevatten wat ze hoorde.
Brenda’s hart bonsde toen het gehuil door het huis galmde. Ze veegde haar handen af aan een keukendoek en riep: “Stacey! Kom even naar beneden!” Haar stem was kalm, maar onder de oppervlakte broeide paniek. Voetstappen dreunden op de trap toen Stacey verscheen, haar gezicht bleek en verward.