De kamer was netjes, zoals gewoonlijk, met een paar boeken verspreid op Stacey’s bureau en kleren opgevouwen op haar stoel. Brenda keek om zich heen, het gehuil was nog steeds hoorbaar maar zonder duidelijke bron. Ze fronste en stapte verder naar binnen. Het klonk nu dichtbij, bijna alsof het van de stoel bij het raam kwam.
Brenda bewoog zich in de richting van de stoel bij het raam, haar borstkas verkrampte toen het geluid met elke stap luider werd. Haar handen trilden toen ze de kussens en knuffels die netjes op de stoel lagen begon weg te trekken. En toen bevroor ze. Onder de stapel lag een baby – een echte, levende baby.