Plotseling bewoog er iets en Emily slaakte een kleine gil en krabbelde verrast achteruit. Toen ze dichterbij keek, zag ze dat het gewoon een verdwaalde sok was die in de tocht was blijven hangen. “Rustig maar, Emily,” mompelde ze tegen zichzelf. “Je wordt gek van een sok.”
Ze haalde diep adem en stond op, terwijl haar hart nog steeds bonkte in haar borstkas. Vervolgens liep Emily naar de kast. Haar vingers zweefden even over de deurklink, maar toen ze hem eindelijk open trok, zag ze alleen maar oude jassen en stoffige dozen.