Er weerklonken geen vreemde geluiden, alleen het zwakke kraken van het oude huis. Gefrustreerd begon Emily naar haar oude lamp te zoeken, in de hoop dat het licht wat troost zou bieden. Ze rommelde door de rommel in de schemerige gang en herinnerde zich hoe haar ouders altijd alles georganiseerd hadden gehouden.
Ze herkende de ruimte nauwelijks meer; het voelde vreemd en chaotisch aan. Net toen hij de lamp vond en hem aanklikte, joeg een luide “plof, plof” een schok van angst door haar heen, waardoor ze achteruit sprong.