Met bonzend hart vluchtte ze door de hal, alsof ze zich in een scène uit een horrorfilm bevond. “Dit is belachelijk,” mompelde ze tegen zichzelf en schudde haar hoofd in ongeloof. Ze kon niet zomaar weglopen, ze moest uitzoeken wat er aan de hand was.
Met alle moed die ze kon opbrengen, draaide Emily zich om en liep terug naar de zolder, vastbesloten om de confrontatie aan te gaan met wat haar ook te wachten stond. Terwijl ze de krakende trap opliep, voelde de lucht geladen, zwaar van verwachting.