Ze doorzocht nauwgezet elk hoekje en gaatje – de onderzoekskamers, de wachtruimte – haar angst nam toe met elke bocht die ze nam. Elke lege ruimte versterkte haar gevoel van angst, het versterkte haar angst dat ze haar geliefde kat niet zou vinden.
De stilte van de kliniek leek op haar in te werken en versterkte het angstige bonzen van haar hart terwijl ze zich door de verlaten gangen bewoog, vastbesloten maar steeds banger. Frustratie kookte over toen ze de laatste kamer bereikte, haar stem kraakte van de spanning.