Meteen hing er een muffe geur toen ze in het schemerige interieur gluurde, in de hoop iets bruikbaars te ontdekken. Wat ze zag deed haar bloed stollen. De muren van de schuur waren bekleed met opgezette dieren, hun glazige ogen staarden levenloos in de leegte.
Susans adem stokte in haar keel toen de schrik haar om het hart sloeg. Elk dier was zorgvuldig geconserveerd, bevroren in angstaanjagende poses die rillingen over haar ruggengraat joegen. Ruby’s gefluister verbrak de stilte: “Wat is dit allemaal?” Susan schudde haar hoofd, te verbijsterd om te spreken.