Ze doorzocht elke kamer met verwoede vastberadenheid – onderzoekskamers, wachtkamers en elke schaduwrijke hoek. Haar angst nam toe bij elke nauwgezette zoektocht, elke lege plek maakte de put van angst in haar maag dieper.
De meedogenloze stilte van de kliniek leek haar te beschimpen en versterkte haar angst dat ze haar geliefde puppy misschien nooit zou vinden. Elk moment duurde een eeuwigheid en met elke lege kamer die ze tegenkwam, bonkte haar hart harder, gedreven door een stijgende angst dat haar dierbare Luna voor altijd verloren zou kunnen zijn.