Ze voelde een steek van sympathie voor de man voor haar, een erkenning van de gedeelde menselijke kwetsbaarheid. Maar ondanks de sympathie die in haar opborrelde, werd Clara overweldigd door de enorme omvang van de situatie. De gedachte om tussenbeide te komen en een vreemde te helpen, vooral te midden van haar eigen drukke leven, voelde ontmoedigend.
Haar boodschappentassen spanden al tegen haar greep en de praktische eisen van haar dag doemden op. Ze was zich terdege bewust van de naderende bus, die elk moment kon komen en die ze moest halen om thuis te komen. De bus was meer dan een vervoermiddel, het was een levenslijn naar haar eigen verantwoordelijkheden en routines.