Er vormde zich een brok in haar keel, frustratie vermengde zich met de drang om te breken. Maar in plaats van zich te laten breken, haalde Stephanie rustig adem. Ze mompelde een korte verontschuldiging, verontschuldigde zich en liep snel naar het toilet, haar stappen afgemeten, haar hoofd kolkend van opgekropte woede.
In het toilet zag Stephanie zichzelf in de spiegel, haar uniform doorweekt, haar gezicht rood. Even stond ze zichzelf toe het volle gewicht van Karens kleinerende woorden te voelen, de frustratie, de steek van vernedering. Maar daaronder nam iets sterkers en scherpers vorm aan.