“Oké, blijf kalm. Als je je opwindt, wordt het alleen maar erger,” coachte Carl zichzelf in stilte. Hij haalde diep adem en probeerde zijn eigen peptalk te internaliseren. Dit was maar een kleine verstoring – de jongen zou zijn spelletje vast snel genoeg beu zijn. Met die hoop concentreerde Carl zich op het hervinden van zijn kalmte, erop vertrouwend dat hij zich spoedig zou kunnen ontspannen en rustig van de rest van de vlucht zou kunnen genieten.
Terwijl het vliegtuig soepel taxiede en opsteeg in de lucht, zette Carl zich terug in zijn stoel, zijn ogen getrokken naar de rustige aanblik van de wolken buiten zijn raam. Het kijken naar de wereld vanaf deze hoogte bracht hem altijd een rustig gevoel van opluchting, een pauze van de drukte van zijn zakelijke wereld. Carl omarmde dit vredige moment en probeerde zich te concentreren op het serene uitzicht, in een poging de aanhoudende schoppen tegen de rugleuning van zijn stoel te negeren.