Terwijl het vliegtuig zijn soepele vlucht voortzette, voelde Carl de spanning in zijn lichaam. Hij hield de beker met ijskoud water vast, de kou sijpelde in zijn vingers. Hij keek even achterom en zag de jongen nog steeds ondeugend grijnzen, met zijn voeten in de aanslag voor nog een rondje trappen. De moeder, nog steeds verdiept in haar tijdschrift, was zich niet bewust van de situatie achter haar.
Carl haalde diep adem en kalmeerde zijn zenuwen voor wat hij ging doen. Hij moest dit perfect timen. Hij wachtte, het koude water condenseerde aan de buitenkant van het kopje en vormde kleine druppeltjes die op zijn hand gleden.