De moeder, nu zichtbaar opgewonden en vochtig, worstelde om woorden te vinden. “Wat de-waarom zou je-” stamelde ze, haar eerdere kalmte verbrijzeld door de onverwachte overstroming. Carl vervolgde: “Het is best moeilijk om je vast te houden als je herhaaldelijk tegen je stoel wordt geschopt, zie je.”
De passagiers om hen heen hadden alles gezien. Hun reacties waren gemengd. Sommigen knikten Carl begrijpend toe. Ze leken zijn frustratie te begrijpen, waarschijnlijk omdat ze zelf ook geïrriteerd waren door het schoppen tegen de stoel. Aan hun gezichten was te zien dat ze medelijden hadden met Carl.