Toen Kevin zich omdraaide, merkte hij iets verontrustends op. De jongen lachte niet meer, zijn gezicht was bleek en zijn lippen waren in een strakke, angstige lijn getrokken. Kevins aandacht werd getrokken door de ernstige uitdrukking van het kind en zijn niet-knipperende ogen.
Zijn blik ging even naar de moeder van de jongen, die nu sliep met oordopjes in. Toen hij zich weer naar de jongen draaide, zag Kevin dat hij een zijwaartse blik wierp, alsof hij iets of iemand zocht. Het gespannen lichaam van de jongen en zijn starre houding tegen de stoel duidden op iets verontrustends.